Hoe waterveilig zijn we anno 2025? Die vraag staat centraal in het Watersnoodlab, een rondreizende belevingsexpositie die het publiek bewust maakt van de risico’s van wateroverlast. Het Watersnoodlab is ontwikkeld naar aanleiding van de herdenking van de watersnood van 1825. Precies twee eeuwen geleden braken de dijken langs de Zuiderzee, IJssel, Vecht en het Zwarte Water, met rampzalige gevolgen. In Overijssel kwamen meer dan driehonderd mensen om het leven en liepen dorpen en steden onder water.
Het Watersnoodlab stelt de vraag: hoe waterveilig zijn we in deze tijd? Kunnen we leren leven met het water of blijven we ertegen vechten? Lukt het ons om wateroverlast te accepteren? Hoe verdelen we de ruimte voor wonen en landbouw als we weten dat het water meer plek opeist? ‘Het zit in het Nederlandse DNA om te denken dat wij het water altijd kunnen beheersen. Maar we gaan misschien wel tijden tegemoet dat het omgekeerde het geval is; dat het water ons meer gaat beheersen’, zegt rivierjournalist Wim Eikelboom. Hij is mede-initiatiefnemer van het Watersnoodlab. Samen met vormgever Johan Akkerman en de stichting Overijsselacademie is de rondreizende belevingsexpositie ontwikkeld in een bouwkeet. ‘We bieden een spel aan om het gesprek op gang te helpen over de watervragen van deze tijd. Dilemma’s in de delta, noemen we dat.’
Het lab ligt in het verlengde van de podcast Waterwolf van de Overijsselacademie. Het Watersnoodlab reist langs de Overijsselse gemeenten die in 1825 zijn getroffen door de Watersnoodramp.
Het Watersnoodlab kwam tot stand met steun van de gemeenten Zwolle, Kampen, Steenwijkerland, Raalte, Staphorst, Dalfsen, Olst-Wijhe, Zwartewaterland, provincie Overijssel, BPD Cultuurfonds en de stichting Bercoopfond