Ga naar de inhoud

Rol van kunst en cultuur in Overijssel sterk veranderd.

 

De rol van kunst en cultuur in de Overijsselse samenleving is in 150 jaar tijd sterk veranderd. Waar cultuur vroeger het domein was van een beperkte groep, is het nu de bedoeling om zoveel mogelijk mensen te bereiken en te laten deelnemen. Sterker nog: het aanjagen van een maatschappelijk debat is een belangrijk extra doel geworden. Dat blijkt uit ons onderzoek ‘Kunst en cultuur in de samenleving’, uitgevoerd in opdracht van Trendbureau Overijssel. Het onderzoek is op donderdag 4 juli aangeboden aan de Overijsselse Gedeputeerde van Cultuur Tijs de Bree tijdens het congres ‘Morgen wacht niet – cultuur à la carte’ in Deventer.

 

Wij hebben ons gefocust op vijf thema’s: volkscultuur, jongerencultuur, podiumkunst, musea en bibliotheken en kunst in de openbare ruimte. Binnen elk thema gaan we in op specifieke gebeurtenissen vanaf het midden van de negentiende eeuw. Deze zijn in een verklarende context zijn geplaatst en laten zien hoe de positie van kunst en cultuur in de loop van de tijd is gewijzigd.

 

Een van de bevindingen is dat cultuur in Overijssel vanaf de twintigste eeuw (van bovenaf) is ingezet om de identiteit van een regio te versterken. In het geval van Twente gebeurde dat door een aantal volkscultuurspecialisten onder leiding van schoolmeester Ko van Deinse. Zo ontstond er een Twents volkslied en kwam er een Twentse vlag. Uitingen van deze volkscultuur zijn in de huidige tijd nog altijd springlevend, ook in andere delen van de provincie (zoals het corso van Vollenhove).

 

Een grote verandering in de loop van de tijd is de rol van de overheid, die zich in de negentiende eeuw nog afzijdig hield en het initiatief overliet aan (welgestelde) particulieren. Na de Tweede Wereldoorlog ging de overheid zich juist intensief met kunst en cultuur bemoeien. Ze kende er een educatieve rol aan toe en probeerde cultuur beschikbaar maken voor alle lagen van de bevolking. De afgelopen decennia gekozen voor een rol op relatieve afstand. Dat is onder meer terug te zien in het gemeentelijk beleid ten aanzien van schouwburgen.

 

Een andere opvallende ontwikkeling is dat kunst- en cultuurinstellingen zich meer zijn gaan bezighouden met het maatschappelijk debat en participatieve projecten. De recente publieks- en tentoonstellingsmanifestatie van Rijksmuseum Twenthe (‘Van wie is het (platte)land?’) is daarvan een goed voorbeeld. Ook de populaire locatietheatervoorstellingen op verschillende plekken in de provincie, in samenwerking met de lokale gemeenschap, passen in deze trend.

 

Het onderzoek laat verder zien hoe kunst in de openbare ruimte in Overijssel in de afgelopen 150 jaar soms schuurde en weerstand opriep. Een treffend voorbeeld daarvan is de bekladding van het standbeeld van de (vanwege apartheid omstreden) Zuid-Afrikaanse president Steyn in Deventer in 2020.

 

Het volledige onderzoek ‘Kunst en cultuur in de samenleving’ is te downloaden op: eindrapport

 

Meer informatie is verkrijgbaar bij publiekshistoricus Marco Krijnsen van de Overijsselacademie: m.krijnsen@overijsselacademie.nl.