Watersnoodlab – Mobiele belevingsexpositie De aanleiding voor het watersnoodlab is de laatste grote watersnoodramp die een deel van Overijssel trof en die is verdwenen in de coulissen van de geschiedenis. In de nacht van 4 op 5 februari 1825 werden grote delen van Overijssel getroffen door een ramp van ongekende omvang. Tijdens een zware noordwesterstorm en een gelijktijdige springvloed braken de dijken langs de Zuiderzee, het Zwarte Water, de IJssel en de Vecht op maar liefst 65 plaatsen door. Ruim een kwart van de provincie kwam onder water te staan, tot Staphorst, Dalfsen, Heino en Wijhe aan toe. Mobiele expositie Watersnoodlab Het mobiele watersnoodlab zal vanaf het voorjaar van 2025 door de IJssel-Zuiderzee-Vechtdelta reizen, waarbij steden en dorpen in de gemeenten Zwartewaterland, Steenwijkerland, Kampen, Staphorst, Dalfsen, Zwolle, Olst-Wijhe en Raalte worden aangedaan. Bij voorkeur sluiten we aan bij bestaande evenementen, festivals, braderieën en musea waar toch al veel bezoekers op af komen, maar de expo kan ook op eigenstandige locaties geplaatst worden. De tentoonstelling richt zich op de watersnoodramp van 1825 en de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van hoogwaterveiligheid. Het doel is om bewoners en bezoekers te informeren, bewustzijn te vergroten en hen te laten nadenken over maatregelen tegen hoogwater. Inhoud De expositie bestaat uit een rondreizende keet omgeven door zandzakken waarin bezoekers meegenomen worden op een reis door de geschiedenis van de watersnoodramp van 1825, terwijl ze ook inzicht krijgen in de hedendaagse en toekomstige bedreigingen van hoogwater. De buitenkant van het watersnoodlab krijgt de uitstraling van een mobiel onderzoek unit. Naast de unit staan onderzoekstafel, testopstellingen en materiaal zoals zandzakken. In de directe omgeving brengen we tijdelijke markeringen aan op muren of lantarenpalen die illustreren hoe hoog het water kwam in 1825. Binnenin het watersnoodlab wordt een interactieve tentoonstelling gecreëerd die bezoekers meeneemt op een reis door de geschiedenis van de watersnoodramp van 1825 en de huidige en toekomstige waterbeheeruitdagingen. De volgende media worden ingezet, tekstpanelen, archiefbeelden, foto’s illustraties infographic’s video’s en podcastverhalen en publieks-interactievragen via QR codes. We lichten enkele persoonlijke verhalen over 1825 uit, en brengen eveneens het gesprek op gang over de uitdagingen op het gebied van hoogwaterveiligheid nu en in de toekomst. Daarbij prikkelen we bezoekers met vragen als: Hoe veilig waan jij jezelf voor hoogwater? Kun je wonen op het water? Hoeveel hoger mogen de dijken? Zou er een manier zijn om meer mét het water ipv tegen het water te leven? Wonen op het water Het bedrijf Breman BREINN werkt op dit moment aan een concept om wonen op het water mogelijk te maken. We tonen voorbeelden daarvan en stellen aan bezoekers de vraag of ze drijvend zouden willen wonen en hoe ze dat voor zich zien. Verder bestuderen we in co-creatie met bewoners de hoogte van het water in het geval van een dijkdoorbraak en brengen we tijdelijke markeringen aan op muren of lantarenpalen die illustreren hoe hoog het water kwam in 1825. Op deze manier kunnen bezoekers en inwoners met eigen ogen zien hoe menens het was. Ook laten we ter plekke o.a. testopstellingen zien die bezoekers laten ervaren hoe je water kunt vasthouden, tegenhouden (denk aan zandzakken) en kunt laten gaan (overstroomgebieden). Hoogwatercollege en zandzak-evenement Rondom de rondreizende expositie organiseren we in elke plaats in elk geval één keer een watercollege door rivierjournalist en IJsselambassadeur Wim Eikelboom, in samenwerking met een expert of lokale specialist. In deze colleges vertelt Eikelboom over zijn missie om ons water in het algemeen en de IJssel in het bijzonder weer te gaan waarderen als een belangrijke plek in onze manier van leven en gaat hij in gesprek met lokale (water)experts over de waterdreiging van vroeger, nu en in de toekomst. Bezoekers worden uitgenodigd om na te denken en hun mening te geven over waterveiligheid. Op diverse locaties worden gezamenlijk zandzakken gevuld om bezoekers te laten ervaren hoe zij water kunnen tegenhouden. Desgewenst kan een zandzak-evenement georganiseerd worden waarbij dorps- en buurtbewoners hun vaardigheden kunnen testen en zich kunnen inleven in de vrijwilligers die bij hoogwater in actie komen. Bij deze colleges zoeken we samenwerking met lokale duurzaamheidsverenigingen en/of groene organisaties, die eveneens als doel hebben klimaatbewustzijn te stimuleren. Na bezoek aan de tentoonstelling hebben bezoekers inzicht gekregen in de watersnoodramp van 1825 en de huidige waterdreigingen. Ze hebben nagedacht over de risico’s van hoogwater in hun eigen leefomgeving en mogelijke maatregelen die zij zelf kunnen nemen. Ze hebben kennis opgedaan over de verhouding tussen mens en waterlandschap, en de urgentie van klimaatadaptief leven in de IJssel-Zuiderzee-Vechtdelta. Door gezamenlijke stappen te zetten in hun wijken en buurten dragen ze bij aan de collectieve weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering. De mobiele expositie toert rond door alle acht bij de watersnoodramp in 1825 getroffen gemeenten. Via een speciaal ingerichte projectwebsite kunnen geïnteresseerden de ‘tourdata’ en locaties van de expositie raadplegen. Op deze website is eveneens aanvullende informatie over het bredere project rondom de (lessen van de) watersnoodramp van 1825 te vinden, zoals een podcastserie, archeologisch onderzoek, restauraties en persoonlijke verhalen, voorwerpen en interviews (zie paragraaf Samenwerkingen).